Back to Top

OUDDUITSE HERDER FOKKER IN BELGIË

Rasinformatie Oudduitse herders

Hieronder vind u meerdere onderwerpen die belangrijk kunnen zijn in een korte uitleg samengevat.

Oudduitse herder

De oudduitse herder is geen oud ras maar het is ontstaan van een gewone Duitse herder. Maar heel lang geleden is de langharige herders versie bestempeld als een fokfout.

Vele jaren terug werd de Duitse herder meestal gebruikt als bewakingshond en dat lange haar maakte de hond minder aantrekkelijk voor dit werk.

Omdat de langstokharige niet werd geaccepteerd door de SV en VDH, is mede door de oprichting van het langhaar-schäferhunde-Verband Duitsland in 1984 het oudduitse ras ontstaan.

Omdat de naam langstokhaar uit begin van de vorige eeuw afstamt werd er gekozen voor de naam Altdeutsche Schäferhund wat vrij vertaald oudduitse herdershond betekend. Het verschil tussen een DH (Duitse herder) en een LSH (langstokhaar) is de lengte van de vacht en het verschil tussen een LSH (langstokhaar) en een ODH (oudduitse herder) zit hem in de rechtere ruglijn zodanig dat de rug niet zo schuin afloopt als bij een gewone Duitse herder, beide zijn langharig.

Maar zowel de oudduitse herder als de “gewone” Duitse herder kan voor dezelfde doeleinden worden ingezet, zoals bijvoorbeeld: politiehond, reddingshond, blindengeleidehond of een gewoon lid van de familie. Want een oudduitse herder is een van natuur uit stabiel, spontane en zelfverzekerde hond, wat ze geschikt maakt voor alle doeleinden.

Een herdershond is een draver, zo krijgt hij de juiste bespiering bij rechtlijnige bewegingen wat hem geschikt maakt voor boswandelingen, fiets en zwem tochtjes.

U kan een herder zowel houden in “den buiten als in het stad” maar dan moet u wel zorgen dat hij de nodige beweging en uitdagingen krijgt. Het wil niet zeggen omdat u een grote tuin hebt dat u niets meer met de hond moet doen.

Een herders hond blijft een sociaal roedeldier dat gezelschap nodig heeft.

Verzorging van een oudduitse herder

Op gebied van verzorging is de oudduitse herder ook makkelijk te onderhouden. Af en toe als het nodig is moet hij gekamd worden. Onthoud hier dat door te vaak te kammen, u de haren stimuleert en dan verhaart de herder nog meer. Belangrijkste is hier dat u het haar aan de oren en de broek goed bijhoud want hier klitten ze het makkelijkst.

De gemiddelde hoogte van een reu ligt tussen de 60-65 cm hoog en een gewicht tussen de 40-45 kg. Bij een teef 55-60 cm hoog en een gewicht rond de 30 kg.

Natuurlijk is hier elke hond verschillend in en moet u kijken en rekening houden met de bouw van de hond. Hier telt ook dat u de hond zijn gewicht in de gaten moet houden want een hond zijn lang leven is het vermijden van overgewicht.

HD – (heupdysplasie) bij honden

HD is een aandoening die spijtig genoeg nog te veel voorkomt bij honden. Grotere rassen hebben hier meer kans op dan de kleinere rassen. Kort wil dit zeggen dat de heupen abnormaal zijn waardoor de heupkop niet goed past in de heupkom, hierdoor komt er speling in het gewricht en dit kan leiden tot pijn en artrose.

Dikwijls wordt hierbij de schuld gelegd bij de erfelijk factor van de honden. Maar de realiteit is dat de erfelijke factor een 30 procent verantwoordelijk is. Hier kunt u als fokker niet meer doen dan te fokken met vrije ouderdieren maar hier moet u ook enkele generaties in kunnen teruggaan van vrije ouderdieren.

Voeding en gewicht informatie voor honden

De ander 30 procent is de voeding. In de groeiperiode is de verhouding van calcium en fosfor belangrijk, deze houd u liever zo laag mogelijk. Ook overgewicht moet vermeden worden.

Veel mensen denken nog te snel mijn pup is te mager of hoe voller hoe gezonder. Hier telt echter het principe beter iets te mager dan te dik. Zeker tot zijn 1 jaar telt dit, want dan zit de pup nog volop in zijn groei en een te snelle groei is ook slecht. Hierdoor kan de pup dan weer last krijgen van groeipijnen.

Meer of minder eten heeft geen invloed op de eindgrootte van een hond want dit ligt genetisch vast.

De overige 40 procent is nog altijd onze verantwoordelijkheid.


Wat mag een pup wegen

Veel word de vraag gesteld wat mag mijn pup wegen. Daar kan u nooit een juist getal opplakken, dit hangt echt van de pup af.

Sommige honden zijn groot en vragen iets meer en sommige zijn dan weer klein en hebben iets minder nodig. In de groeifase is het belangrijk dat de pup niet te dik wordt. Beter iets te “mager” dan te dik.

De hoogte is genetisch bepaalt en verandert niet als u weinig of veel voedert, wel verandert u zo de groeisnelheid. En dit is wel belangrijk want te snel groeien heeft een invloed op mogelijke groeipijnen, heupdysplasie en elleboogdysplasie.

Tussen 1 jaar en 18 maand zijn de teven meestal uitgegroeid, reuen doen er iets langer over.

Download de gewichtstabel oudduitse herdershond

Beweeg gezond met uw hond

Teveel beweging is niet goed, dit hoort u overal, maar te weinig ook niet. Veel hangt ook af van het temperament van uw pup.

Wat zeker belangrijk is, een goede verantwoordelijke spieropbouw.

Het liefst dan nog wandelingen die rechtlijnig zijn i.p.v. spelen met het balletje. Bij spelen met het balletje maakt de pup veel korte plotse stops en draaibewegingen wat een grotere druk zet op de gewrichten.
Zwemmen is wel een aanrader, zeker als het niet te koud is.

Bij het spelen met andere honden kunt u beter ook uitkijken, dit kunt u natuurlijk niet vermijden want uw pup moet sociaal zijn. Maar kijk uit dat het met grotere en zwaardere honden niet te druk spelen word.

Trappen zijn ook een uitkijker, niemand gaat zeggen dat u de pup eens geen trapje of op en af stapje mag laten nemen maar zeker niet te veel en op een rustige verantwoordelijke manier. Leer uw pup om dit rustig te doen.

Persoonlijk raad ik de mensen ook altijd aan om hun speelkwartiertje buiten te doen, daar is het meestal niet zo glad waardoor ze kunnen uitglijden. Moest u twijfelen kan u altijd uw veearts raadplegen en een rontgen foto laten maken.

Als u dit leest denkt u misschien zeg wat mag ik nog wel doen? Het antwoord is alles maar op een rustige, verantwoordelijke manier waar u de noden van uw pup in het oog houd en bij vragen contacteer dan uw fokker. Bij een verantwoordelijke fokker kunt u altijd terecht met uw vragen en twijfels.

ED (elleboogdysplasie) bij honden

Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor verschillende elleboog aandoeningen. Als uw hond op de voorpoten gaat kreupel lopen dan kan hij last hebben. Alleen een RX kan hierover uitsluitsel geven.

Elleboog problemen is gewoon gezegd een niet passende elleboog, al deze problemen leiden tot een pijnlijke, slecht werkende elleboog waar artrose kan optreden.

ED bestaat meestal bij jonge honden. Dit is ook weer een stukje erfelijk aangeboren maar hier word ook de kans op ED weer vergroot door het geven van ongebalanceerde voeding en een trauma.
Belangrijkste hier is ook weer: gewicht beperking, geen overbelasting (goede verantwoordelijke beweging) en goede voeding.

Al wat u kan doen is zeker letten of er met ED vrije ouderdieren word gefokt. Dit kan u alleen zeker weten als u bij een verantwoordelijke fokker koopt die dit allemaal opvolgt.

Wat wel belangrijk is zowel bij HD als ED is dat u niet direct moet panikeren, vergeet niet dat u een jonge hond hebt die wel eens wild kan doen tijdens het spelen en zich gewoon kan bezeert hebben.

Als de pup mankt kan u hem beter even laten rusten en aan de leiband rustig uitlaten, denkspelletjes geven binnenshuis. Blijft het manken duren kan u altijd een veearts raadplegen.

DM (Degeneratieve Myelopathie) bij honden

DM kan je vergelijken met MS bij de mens. De ziekte ontwikkelt zich rond de leeftijd vanaf 5 jaar.

De symptomen beginnen meestal met coördinatieproblemen, de hond krijgt last van de achterhand en zo gaan de symptomen zich een weg naar voren werken zodat uiteindelijk ook vitale functies uitvallen.

Spijtig genoeg bestaat er nog geen behandeling voor DM, al wat u kan doen is de ziekte vertragen en zorgen dat er een goede spieropbouw kan onderhouden worden.

De laatste jaren kan er via DNA een test gedaan worden zodanig dat kan vastgesteld worden of de hond een DM vrij dier is, of een drager of lijder. Een lijder kan het risico lopen dat zij de ziekte ontwikkelen maar dat gebeurt niet altijd.

Het belangrijkste is dat via DNA nu kan aangetoond worden of uw hond vrij, drager of lijder is. Wat een vooruitgang is in de fokwereld.

Autosomaal Recessief (indicatief, kan per nest afwijken)

Ouderdier Ouder DM vrij Ouder DM drager Ouder DM lijder
Ouder DM vrij 100% vrij pups 50% vrij, 50% drager 100% drager
Ouder DM drager 50% vrij, 50% drager 25% vrij, 50% drager, 25% lijder 100% drager
Ouder DM lijder 100% drager 50% drager, 50% lijder 50% drager, 50% lijder